BLOG Machteld Huber – nr. 4
‘Life is what happens when you’re making other plans …’ is een wijsheid van John Lennon. En precies dat had het leven weer eens voor mij in petto. Maar wat er onverwacht gebeurde bleek toch ook bij mijn proces te passen.
Nog voor onze zomervakantie had ik een truc toegepast bij het opruimen. Ik was al ordenend een prachtige oude kalender tegengekomen met foto’s van zen-tuinen. Ik heb in mijn eerste blog al eens het begrip ‘zen-tuin’ genoemd, toen ik beschreef hoe ik onze garage had opgeruimd. Ooit heb ik in Japan mogen lesgeven en daar toen zen-tuinen bezocht, die grote indruk op mij maakten. Dat je met zo weinig attributen – in dit geval planten, bomen, water en wat stenen – een sfeer en harmonie kan creëren die zó weldadig en gezond makend werkt! Deze kunst is eeuwen oud en ik herkende daar opeens hoe de bekende Japanse opruimgoeroe Marie Kondo, met haar methode in de huidige tijd, hetzelfde effect nastreeft én mogelijk maakt, met gewone spullen. Ik kom daar graag later nog op terug, maar nu de truc: Ik heb zo´n kalenderfoto in een mooie lijst gezet en die staat nu op een plek waar ik ‘m iedere dag zie. Een beeld dat mij inspireert. Vervolgens heb ik van mijn zeer uitgebreide werkarchief – dat ik graag nog eens in detail doorwerk – álles wat ik op dit moment niet nodig heb, in verhuisdozen gepakt en daarvan een klein ‘muurtje’ gebouwd in een hoek. En zie: wat een ruimte opeens. Heerlijk! Graag zoek ik dat archief later nog verder uit maar als ik morgen onder de tram kom, mogen die dozen zó weg.
Tijdens onze vakantie maakte ik een plan voor de volgende stap: mijn huidige archiefkastje met lopend werk nog verder opschonen en ook dáár nog meer rust creëren. Maar toen liep het anders. Kort na terugkomst van onze vakantie troffen wij een dierbaar bevriend ouder echtpaar – inmiddels beiden in de tachtig – die vertelden van zíjn oudere zuster die ernstig dementerend was en nu plots in een verpleeghuis terecht kon. Nu moest haar flat leeggeruimd worden en daar was haar oudste broer, onze vriend dus, als toekomstig executeur verantwoordelijk voor. Al vertellend verdwenen beiden zo ongeveer onder de tafel. Ze vroegen of ze ons de flat even mochten laten zien. En daar begreep ik hun lichaamstaal. Ik kende het Engelse begrip ‘hoarding’, dat ziekelijke verzameldrang betekent nog niet maar wat we daar zagen, leerde mij de inhoud van dat woord begrijpen. En behalve dat er héél veel spullen waren, was het ook een totale chaos, zeker bevorderd door de dementie. Bovendien had er een incontinent hondje gewoond, wat de geur in de woning verklaarde. Mijn partner en ik keken elkaar even aan en boden toen aan om te komen helpen.
De reden dat ik dit wil beschrijven, is omdat ik verwacht dat veel meer mensen in de toekomst met een dergelijke situatie te maken zullen krijgen. De trend is tenslotte dat mensen veel langer thuis blijven wonen, tot op hoge leeftijd. Maar een garantie dat zij dan alles ordelijk zullen achterlaten voor de nabestaanden, is er niet. Er werd wel gesuggereerd om een bedrijf te laten komen om alles leeg te laten ruimen maar dat voelde niet goed. De familie – er kwam ook nog een aangetrouwde schoondochter helpen – én wij, wilden met zorgvuldigheid en respect met de spullen van deze dame met dementie omgaan. Met z’n vijven hebben we anderhalve week gebuffeld. Ieder hield zich met een ander onderdeel bezig: de administratie, ofwel een berg papieren van vele jaren terug, de vele, vele kleren, schoenen, panties en sokken, de boeken, de meubels en het huisgerei en alles wat daartussen zwierf aan kleine objecten en prullaria. Wat er aan kostbaarheden met herinneringen waren, had de directe familie al met elkaar verdeeld. Maar er misten nog spullen, dus alles moest zorgvuldig door onze handen gaan, omdat er wellicht bijvoorbeeld juwelen in sokken waren verstopt.
We hadden een grote schragen tafel neergezet waarop we steeds porties spullen uitstalden. Het werd één grote reeks aan beslissingen: wat doen we met dit en wat met dat? Allereerst: doen we haar er nog een plezier mee, in haar huidige kamer? Of heeft de Kringloop er wat aan of de Eén-Eurowinkel. Moet het in de kledingcontainer of gaat het naar de Milieustraat waarvoor het dan onderverdeeld moet zijn in de categorieën die ze daar hanteren voor het weggooien. Eén van ons sjouwde voortdurend naar buiten met vuilniszakken, met gekleurde stickers erop, voor de diverse bestemmingen. Pffff, wat waren we moe aan het eind van iedere dag! Maar wat werkte het goed om dit zo met elkaar te doen, op basis van vertrouwen in elkaar. En bovendien was het heel gezellig om steeds samen even te pauzeren. Na anderhalve week zag het er zowaar opgeruimd en fris uit. Tot slot zal er nog een schoonmaakploeg door de flat gaan. En wij zijn voldaan over hoe we dit met elkaar gedaan hebben.
Het in hoog tempo zóveel spullen door mijn handen laten gaan, maakte mij nog meer bewust van de vraag: ‘Waarom verzamelt een mens zó veel?’ Als je met zo’n proces bezig bent, kom je het opeens overal tegen. Zo hoorde ik in die week op de autoradio in Spraakmakers cabaretier Dolf Jansen een vlijmscherp betoog houden met als titel ‘Ontmeuk uzelf!’ ‘Waarom kopen we zoveel rotzooi? Omdat kopen LEKKERRR is! Een pakje openmaken is LEKKERRR…’ Hoort u het hem zeggen? En herkent u het? Ik wel. Hoe vaak kocht ik niet een paar schoenen of kleren omdat ik gefrustreerd was over iets, of even iets moest afreageren? En was ik er dan blij mee? Kortdurend wel, maar vervolgens droeg ik ze niet vaak.
Ook in die week was er een prachtige tv-avond over Elton John. Op een gegeven moment vraagt de interviewer ‘Wat heb je veel spullen, het is behoorlijk vol hier. Vind je dat fijn?’ Waarop Elton antwoordde: ‘Ja, toen ik klein was maakten mijn ouders veel ruzie en ik kon niet bij ze terecht als ik aandacht wilde. Daarom ging ik naar mij levenloze speelgoed, dat kon mij geen pijn doen.’
Kassa! Daar verscheen prachtig verwoord de betekenis die spullen al vroeg in het kinderleven gaan krijgen, als een kind niet de kans krijgt zich op een gezonde manier te ‘hechten’ aan zijn ouders en/of verzorgers. Ik herken het uit ons gezin waar mijn moeder een alcoholprobleem had en niet echt als moeder functioneerde. Voor ons kinderen zijn spullen altijd vreselijk belangrijk gebleven. En over de dame van wie wij de flat opruimden, vertelde haar broer dat ook in hun jeugd geen sprake was geweest van een warm veilig nest. Hebben de ouden dit voor ogen gehad toen ze het woord ‘materie’ formuleerden, waarin de stam ‘mater’ of ‘moeder’ zit?
Welnu, na dit ongeplande uitstapje ga ik nóg bewuster verder met mijn project. Met steeds, als ik moet besluiten of ik iets wél of niet wil bewaren, de vraag aan mijzelf: ‘Wat betekent dit eigenlijk voor mij?’.
Machteld Huber, voormalig huisarts en onderzoeker. Ontwikkelde het brede begrip Positieve Gezondheid, waarbij zingeving centraal staat. Zij volgt haar eigen ‘laatste 1.000 dagen project’ en deelt haar belevenissen in periodieke blogs op de website van het Landelijk Expertisecentrum Sterven